Reactie Fietsersbond op:

Plannen voor Overvecht Centrum

CentrumgebiedOvervecht

Het Centrumgebied ligt midden in de wijk, met belangrijke winkels, voorzieningen, publieksfuncties, woningen en bedrijven. We willen dat de fiets het preferente vervoermiddel is voor bezoek aan het Centrumgebied. Naast en als alternatief voor de auto, het openbaar vervoer en lopen. Vanuit de meeste delen van Overvecht ligt het centrumgebied op een afstand van maximaal 2 km. Dat is een uitstekende fietsafstand. Lopen over deze afstand is voor veel mensen te ver of te belastend. De bus is niet altijd en voor iedereen de beste optie, vanuit het oogpunt van gezondheid en financieel. Hoe mooi en fijn lopen ook is: de fiets is een belangrijk vervoermiddel van en naar winkelcentra en is ook belangrijk om de (soms zware) boodschappen mee te kunnen zeulen. Een kratje pils of een zak aardappelen haal je niet lopend. De fiets is op een wijkschaal uiterst geschikt en biedt een enorme flexibiliteit. Fietsen is goedkoop en gezond. Om te voorkomen dat bewoners de auto pakken moeten fietsvoorzieningen goed in orde zijn.

Beste mensen,

Vriendelijk dank voor de mogelijkheid om te reageren op de plannen voor Overvecht Centrum. We herkennen ons in de aanleiding van het project: het centrum is niet meer van deze tijd en er liggen volop kansen om het centrum te verbeteren. We vinden het fijn dat gemeente, ondernemers, eigenaren en actieve inwoners samen nadenken over een nieuwe invulling van het centrum.

Grote druk op de ruimte
We hebben grote waardering voor de ambitie dat Overvecht Centrum het kloppend hart van de wijk wordt. We hebben zorgen over de grote toename van de druk op de ruimte: er moeten meer woningen, meer groen en meer ruimte voor terrassen en de markt komen en tegelijk moeten er plekken komen waar mensen rustig kunnen wonen. We voelen een spanning tussen deze doelen, op voorhand lijken ze niet gemakkelijk met elkaar verenigbaar. Wij denken dat de fiets eraan kan bijdragen om die spanning te verminderen: rijdende en geparkeerde auto’s nemen veel ruimte in en produceren herrie en stank. Wat ons betreft is de vraag of auto’s nog wel passen in het kloppend hard van de wijk.

Geef de fiets de plek die hij verdient
De afstanden tussen de omliggende woongebieden en de voorzieningen in Overvecht Centrum zijn uitstekend fietsbaar. De fiets is dan ook een heel belangrijk vervoermiddel in de wijk. Dat belang neemt in de toekomst alleen maar toe. Dat vraagt om het optimaal faciliteren van de fiets en het actief stimuleren van het gebruik ervan. Niet voor niets zijn we in Overvecht als Fietsersbond nauw betrokken bij de fietscoalitie “Heel Utrecht Fietst”, die kinderen en volwassenen via de ‘Fietsdeal’ helpt aan een fiets en fietslessen.

Voor Overvecht Centrum vraagt dit om het opstellen van ontwerpen, het afwegen van belangen en het maken van keuzes vanuit een aantal basisprincipes voor de fiets, waarbij maximaal rekening wordt houden met natuurlijk gedrag van fietsers:

  • We willen dat de toegangen tot het gebied voor de fiets logisch, rechtstreeks en met zo min mogelijk belemmeringen aansluiten op de fietsroutes vanuit de verschillende delen van de wijken;
  • We willen dat de hoofdfietsinfrastructuur rondom het Centrumgebied integraal en in nauwe samenhang met de ruimtelijke ontwikkelingen van het Centrumgebied wordt ontwikkeld;
  • We willen dat het gebied doorfietsbaar blijft en niet opgeknipt, zodat fietsers directe en fijnmazige toegang houden tot de winkels, voorzieningen en publieksfuncties (en niet eerst om het centrumgebied heen hoeven te rijden. Het gebied is te groot om alles te voet te doen);
  • We willen fietsparkeren zonder belemmeringen, aansluitend op de toegangen van het gebied en nabij de ingangen van de winkels, voorzieningen, etc.

Deze basisprincipes vinden we in de documenten en met name in de schetsontwerpen voor de ontwikkeling van het centrumgebied te weinig terug. In de afbeelding is te zien dat er op diverse plekken toegangen en stallingen voor de fiets zijn ingetekend, maar lang niet alle toegangen voldoen aan bovengenoemde principes. Het plaatje laat goed zien dat het gebied niet doorfietsbaar is. De geplande fietsvoorzieningen zijn dus niet in orde.

Voetgangersgebied: verboden voor fietsers?
In de ontwerpschetsen en toelichtingen lezen we dat belangrijke delen van het gebied de voetganger centraal moet staan. Duidelijker gezegd: dat het voetgangersgebied moet worden, waar de fiets geen doorgang heeft. Dat geldt met name voor het centrale deel, tussen wat nu het winkelcentrum is en de strook met nieuwbouw van De Buurt. Het fietsparkeren (van bezoekers) moet in inpandige stallingen. Wat bij ons meteen de vraag oproept wat er dan overblijft van de mogelijkheden om je fiets direct bij winkels of toegangen te parkeren waar je moet zijn. We willen niet dat het verboden wordt om in het gebied te fietsen!

Wij hebben de indruk dat nog lang niet duidelijk is wat dit in concrete uitwerking zou kunnen of moeten betekenen, waar opties en kansen liggen, etc. In het naslagwerk worden termen gebruikt als ‘doorgaande fietsroute’, die om het gebied heen loopt of ‘je kan er met de fiets niet snel doorheen fietsen’ (wat een optie zou kunnen zijn) blijven dan in de lucht hangen. Ze worden erg makkelijk in de mond genomen maar kunnen sterk verschillen in interpretatie of uitwerking. Hetzelfde geldt voor dat ‘inpandig parkeren’ van fietsen. Onduidelijk is wat dit gaat betekenen, waar wel en niet, en hoe dit zo uit te voeren zodat het kan aansluiten bij een natuurlijk gedrag en behoeften van fietsers.

Deze punten zijn voor ons van principieel belang. Wij hebben de indruk dat daar in de voorgaande ontwerp sessies te weinig rekening mee is gehouden. En dat de belangen van de fiets ondergeschikt zijn gemaakt of geraakt aan andere belangen. Dat willen wij gecorrigeerd zien in de volgende stappen in het ontwerp proces. Wij hebben er onvoldoende vertrouwen in dat dit goed komt met inbreng van de huidige ontwerpteams en hopen daarom dat u onze reactie ter harte neemt.

Ons voorkeursmobiliteitsscenario: Fietscentrum
Op pagina 71 van het Naslagwerk staan in kaartjes drie mobiliteitsscenario’s afgebeeld. Voor ons was dit de eerste plek waar we iets van een duidelijke scenario achtige afweging zien van ontwerp opties vanuit mobiliteit. Voor ons ziet het eruit dat in de uitwerking van de plannen scenario 3 Voetgangerscentrum is gekozen als de voorkeursvariant. Wij hebben grote vraagtekens of dat een realistische inschatting is van hoe een flink deel van de mensen het Centrumgebied wil bezoeken en zal gaan gebruiken, omdat de verplaatsingsafstanden in de wijk zoals hierboven betoogd voor veel mensen te lang zijn om te lopen, al helemaal met boodschappen.

Onze voorkeur gaat duidelijk en sterk uit naar Scenario 2 Fietscentrum. Deze keuze is logisch vanuit het verwachte fietsgebruik en daarom wat ons betreft de meest wenselijke. Dit fietsgebruik moet worden gestimuleerd en niet ontmoedigd. Dat laatste gebeurt naar onze mening in scenario 3 Voetgangersscenario te veel. Dat leidt tot een te hoog autogebruik want fietsen naar de winkel wordt minder aantrekkelijk.

Op sommige plekken kunnen mengvormen mogelijk zijn van Fiets- en Voetgangerscentrum, in een doorfietsbaar voetgangersgebied en met meerdere fietsdoorgangen door het gebied. Een Scenario 2+, dat fiets en voetganger gezamenlijk centraal stelt zou – mits goed uitgewerkt – een optie kunnen zijn. Dat vraagt dan wel een duidelijke inrichting voor beiden. Ervaringen met shared spaces voor voetgangers en fietsers op andere plaatsen in Nederland geven aan dat dit niet automatisch goed gaat.

Aansluiting van het gebied op fietsroutes in de wijk
Over de aansluiting van het centrumgebied met de omringende fietspaden en routes verder naar de wijk hebben wij de nodige zorgen. In de huidige situatie zien wij verschillende knelpunten die (al heel lang) vragen om verbetering of radicale sanering. Herinrichting van het Centrumgebied biedt een niet te missen kans om dit goed op te lossen. Dit vraagt een integrale benadering, waarbij de omringende verkeersinfrastructuur in samenhang met de ontwikkeling van het kerngebied wordt opgepakt (zie de eerder genoemde principes).

Aandachtspunten voor de uitwerking
Wij willen hier niet alle bestaande knelpunten in detail benoemen, maar geven hier enkele belangrijke aandachtspunten voor uitwerking. Dat zijn de volgende:

Toetsing van het plan
We vragen om het ontwerp te toetsen aan de uitgangspunten van het Mobiliteitsplan. Op welke manier kunnen betere fietsvoorzieningen, zoals hierboven omschreven, ervoor zorgen dat het fietsgebruik zo hoog mogelijk wordt en er minder auto’s komen? Dit geeft relevante vragen voor de Milieu Effect Rapportage (MER). Wat levert een ontwerp zoals wij bepleiten voor fiets en verkeer op voor geluid, luchtkwaliteit, stikstof en verkeersveiligheid? Welk effect heeft het terugbrengen van het aantal rijstroken op de omliggende wegen op de klimaatadaptatie en wateroverlast? Op de hoeveelheid groen die kan worden toegevoegd?

  • Fietsenstallingen moeten altijd dichterbij de ingangen van winkels en voorzieningen liggen dan de parkeerplaatsen voor auto’s. Streefwaarde: de loopafstand tussen fietsenstalling en ingang is de helft van de afstand tussen de autoparkeerplaats en de ingang. Op pagina 26 van het fasedocument is een afbeelding hiervan opgenomen. In het voorbeeld je vanuit de parkeergarage 100 m moet lopen, moet het vanuit de fietsenstalling dus maximaal 50 m zijn.
  • Naar bestemmingen met relatief kort bezoek (< 30 minuten) en vaak veel of zware boodschappen (supermarkt, slijter, groenteboer) moet de loopafstand maximaal 15 meter zijn.
  • Bij veel gebruikte winkels zoals supermarkten en toegangen tot het winkelcentrum zijn open lucht stallingsplekken nodig, dichtbij de ingangen / toegangen. Inpandig stallen biedt hier geen oplossing.
    Bij plekken waar gedurende een langere periode (> 1 uur) wordt gestald, zoals sportvoorzieningen, horeca, zorg, cultuur, werk of de bibliotheek, moet voldoende informeel toezicht zijn. Dus: uitzicht op de stalling. Er worden te veel (dure, e-)fietsen gestolen.
  • Alle delen van het winkelgebied (ook de winkels en toegangen vanaf de Seinedreef) moeten via directe fietsroutes te bereiken zijn. Deze routes moeten logisch, intuïtief herkenbaar en direct zijn en moeten de fietser niet met allerlei kronkels en omleidingen door het gebied voeren.
  • Routes die aan de randen om het centrumgebied lopen zijn (onderdeel van) hoofdfietsroutes en moeten voldoen aan daarbij passende inrichting: deze routes moeten altijd in beide richting befietsbaar zijn en de breedte moet voldoen aan de daarvoor geldende normen. Het moeten dus tweerichtingsfietspaden zijn, die zo weinig mogelijk de autowegen om het centrum kruisen. En waar dit te niet te vermijden is, vraagt het om goede oversteekvoorzieningen.
  • De hele Zamenhofdreef zou volgens het vastgestelde Mobiliteitsplan naar een maximumsnelheid van 30 km/uur moeten worden gebracht. Dit biedt kansen voor herinrichting van de weg. De Brailledreef bleek in de Corona-periode en ook daarna prima toe te kunnen met 2×1 rijstrook. Dat kan ook met de Zamenhofdreef en biedt voor beide dreven kansen om de verkeerslichten te verwijderen, zowel bij de aansluiting van de Theemsdreef als op de Brailledreef bij de Loevenhoutsedijk. Dan kunnen de voorsorteerstroken bij de kruispunten vervallen en komt er meer ruimte voor groen.
  • Op de Brailledreef wordt nu vaak harder gereden dan de maximumsnelheid van 50 km/uur. Bij 2×1 rijstrook zal die snelheid dalen. Het instellen van een lagere maximumsnelheid van 30 km/u op de Zamenhofdreef en het versmallen van de Brailledreef zorgen voor een betere oversteekbaarheid van deze wegen en dat leidt er toe dat het voor fietsers en voetgangers veiliger wordt om het winkelcentrum te bereiken. De snelheids- en ongevallenkaarten staan online
    We vinden dat de aansluiting Theemsdreef – Zamenhofdreef ongelukkig is vormgegeven. Dat moet echt veel logischer. De aanpak van het centrumgebied is daarvoor dé kans.
  • In het basis-straatprofiel moet ruimte zijn voor stallingen voor bezoekers met fietsen.
  • De nieuwbouw gaat de hoogte in; we willen daarom dat een windhinderstudie wordt uitgevoerd waarin ook gekeken wordt naar het effect op de routes voor de fietsers.

 

Nota Reikwijdte en Detailniveau (NRD)
In de m.e.r.-procedure en het MER-rapport wordt gekeken naar het effect van de herinrichting van het gebied op zeer uiteenlopende criteria. In de NRD missen we het effect op de bereikbaarheid van de voorzieningen in het gebied voor mensen met een beperking, denk bijvoorbeeld aan het realiseren van gehandicaptenfietsparkeerplekken. En voor mensen voor wie niet alle vervoerwijzen in dezelfde mate beschikbaar zijn: autolozen, mensen die niet kunnen fietsen et cetera, mensen voor wie het openbaar vervoer te complex (denk ook aan taalbarriere) of te duur is. We vragen om in het onderzoek ook de invloed van de maatregelen mee te wegen op de mobiliteitsongelijkheid: hoe dragen de maatregelen er aan bij dat mobiliteitsongelijkheid in de wijk wordt verminderd?

Overvecht is de minst gezonde wijk van Utrecht. Een ander aspect dat we graag aan de NRD toegevoegd zien is hoe de maatregelen bijdragen aan een gezonde leefstijl, aan het verminderen van bewegingsarmoede, aan een gezond gewicht, en dan met name voor jongeren? Wat kan een stijging van het fietsgebruik hier betekenen?

Betrokkenheid bij besluitvorming
Het is voor ons niet doenlijk om deel te nemen aan de vele ontwerpsessie en aan de bredere discussies in dit traject. Daarvoor hebben wij niet de tijd en de menskracht. Als Fietsersbond afdeling Utrecht vragen we om een eigen en rechtstreekse inbreng te kunnen doen in het ontwerpproces, op het moment dat afwegingen en keuzes aan de orde zijn die het belang van de fiets raken. Graag stemmen wij af met de projectorganisatie hoe wij onze rol en inbreng vorm kunnen geven.

Met vriendelijke groet,
Fietsersbond Afdeling Utrecht

Peter van Bekkum
Voorzitter

Basis voor onze reactie: onvindbaar Naslagwerk
We baseren ons in deze reactie op wat we lezen op de website van de gemeente, in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau van het Masterplan en in het Naslagwerk Masterplanproces Overvecht Centrum – Fase ‘Schetsen’ Januari 2023. Dat roept meteen een vraag bij ons op: waarom is er op de projectwebsite geen link naar het genoemde Naslagwerk? Ook met een zoekopdracht op google wordt het naslagwerk niet gevonden. Het naslagwerk is (voor zover wij kunnen nagaan) alleen vindbaar via de Raadsbrief van 31 januari. Dat is voor veel inwoners van de stad geen handig vindbare plek. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat het Naslagwerk alleen kan worden gevonden door ingewijden in de Utrechtse politiek?

Categorieën