Reactie Fietsersbond op

VO Buurtpuzzel Rivierenwijk

In de nieuwsbrief van de gemeente Utrecht over de wijk Zuidwest zagen we een bericht over het Voorlopig Ontwerp (VO) van de buurtpuzzel Rivierenwijk. Het betreft een herinricting van de Volkerakstraat, Mijdrechtstraat, Runstraat, Alblasstraat en Nieuwravenstraat. Dit project in Rivierenwijk is de eerste uitwerking van afspraken in het coalitieakkoord (paragraaf 2.3 Bereikbaarheid) om in de vooroorlogse wijken meer ruimte te maken voor fietsparkeren. In het coalitieakkoord staat: Bij fietsparkeren hebben we drie prioriteiten: het oplossen van het stallingstekort in de Binnenstad, ruimte maken voor fietsen in vooroorlogse wijken en extra capaciteit bij het Centraal Station. Hier investeren we in via het investeringspakket ‘Groei in Balans’. Eerder was het plan om met deze uitwerking te starten in Wittevrouwen, maar dat bleek niet haalbaar, daarom is gekozen voor Rivierenwijk.

Om te beginnen moet ons van het hart dat we het erg jammer vinden dat we als belangenbehartiger voor de fiets niet eerder in het proces zijn betrokken. We hebben geen uitnodiging ontvangen om bij het opstellen van het plan met de gemeente mee te denken. Aan bewoners is wel verschillende mogelijkheden geboden om te reageren op de plannen. Via de nieuwsbrief van de gemeente hebben we de DenkMee-pagina gevonden, waar we een wijkbericht aantroffen gedateerd op 26 juni. Van zeer uiteeenlopende projecten stuurt de gemeente ons de wijkberichten toe (en daar zijn we heel blij mee), echter, van dit project hebben we geen wijkbericht ontvangen. Het betreffende wijkbericht vermeldt dat de inspraakperiode eindigt op zondag 7 juli. De inspraakperiode bedraagt daarmee minder dan 2 weken. Een zo korte periode is bij de gemeente Utrecht zeer ongebruikelijk. We willen niet aannemen dat het de bedoeling is dat er zo min mogelijk reacties binnenkomen op het VO, maar we vragen ons wel af:

  • Waarom zijn deze beperkingen aan de inspraak gesteld?

We lezen dat het plan naar aanleiding van reacties van bewoners op een conceptversie van het plan is bijgesteld. Bewoners hebben de gemeente gevraagd om in het plan minder autoparkeerplaatsen te verwijderen en minder fietsparkeerplaatsen bij te plaatsen. We vinden het jammer dat de ambities van de gemeente door een relatief kleine groep bewoners worden doorkruist. Want minder dan de helft van de bewoners van de wijk beschikt over een auto. Met name kinderen, studenten, mensen die in armoede leven, ouderen etc. beschikken vaker niet dan wel over een eigen auto. Veel van deze groepen beschikken juist wel over een fiets. En fietsparkeren is in dit deel van Rivierenwijk een groot probleem. Dat is niet alleen onze observatie, de gemeente bevestigt dat beeld op basis van een telling die ze heeft uitgevoerd en waarin ze heeft geconstateerd dat er 398 fietsen buiten op straat staan. Voor al die fietsen willen wij dat er een veilig rek komt, een rek waar je je fiets aan kunt vastbinden en dat dicht bij de voordeur van je huis staat.

  • De gemeente kiest ervoor een veel lager aantal fietsparkeerplekken te realiseren. Kunt u ons uitleggen waarom? En waar dan de resterende fietsen veilig gestald kunnen worden?
  • De gemeente heeft ook een opgave om jaarlijks het aantal autoparkeerplaatsen in de stad te verminderen; hoe voldoet het verwijderen van een tiental parkeerplaatsen (in plaats van de oorspronkelijke 15 tot 20) aan deze beleidsopgave?

In het VO zijn de nieuwe fietsenstallingen ingetekend op de hoeken van de straten. Autoparkeren blijft mogelijk direct vóór de deur. De gemeente belijdt met de mond dat fietsen aantrekkelijker gemaakt moet worden, om de automobiliteit niet te laten groeien terwijl de stad wel groeit. Maar in praktijk zien we in dit plan dat alles bij het oude blijft; auto’s mogen voor de deur parkeren en voor een deel van de fietsen plaatst de gemeente rekken op de hoek van de straat. Naar ons idee komt deze wijze van uitvoering niet overeen met de beleden voorkeur van de gemeente voor actieve mobiliteit, voor de toepassing van het STOMP-principe, ook bij de (her)inrichting van straten: pas als laatste kijken welke ruimte er nog over is voor personenauto’s.

Het bestaande verschil in gemak om de auto te kiezen ten opzichte van de fiets moet worden omgedraaid: de fiets moet voor het grijpen staan, de auto mag best wat verder weg staan. In het lange termijnbeleid staat dat auto’s niet meer in de stad mogen parkeren maar bij P+R’s aan de rand van de stad. Maak daarmee nu een start, in dit plan voor Rivierenwijk! We willen daarom vragen om toch nog eens heel goed te kijken naar de afweging van belangen van automobilisten en fietsers in de wijk.

  • Hoeveel inwoners van de wijk hebben eigenlijk een auto?
  • Hoeveel beslag leggen hun voertuigen op de openbare ruimte?
  • En hoeveel ruimte blijft er over voor de vele fietsers?

Concreet vragen we de gemeente om meer fietsenrekken te plaatsen, zodat de 398 getelde fietsen allemaal een plek kunnen vinden in een veilig rek, en we vragen die fietsenrekken zo veel mogelijk verspreid te plaatsen, zodat ze zo dicht mogelijk bij elke voordeur staan. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door fietsenrekken op regelmatige afstanden te plaatsen in de parkeerstrook.

Verder willen we vragen om ons te betrekken bij vervolgprojecten waarin op wijkniveau een uitwerking wordt gemaakt van de afspraken uit het coalitieakkoord over fietsparkeren. We ondersteunen graag de fietsers in de wijk en kunnen daarbij enig tegenwicht bieden tegen de gevestigde belangen van automobilisten.

We zien uit naar de reactienota, waarin we graag de antwoorden lezen op de vragen die we met bullets in deze brief hebben opgenomen. Als daaraan behoefte bestaat, zijn we uiteraard graag bereid om onze zienswijze mondeling toe te lichten. Verder blijven we graag op de hoogte van de verdere ontwikkelingen van het plan.

Met vriendelijke groet,

Fietsersbond, Afdeling Utrecht

Peter van Bekkum

Voorzitter

Categorieën