Inspraakreactie Fietsersbond, Ruimtelijke Strategie Utrecht 2040

RSU2040
De gemeente Utrecht heeft een Ruimtelijke Strategie 2040 opgesteld. Het plan geeft de keuzes weer die het college voorstelt voor het toekomstige gebruik van de ruimte in de stad. Voorop staat dat het gemeentebestuur de verwachte groei van het aantal inwoners van 350.000 nu naar 455.000 over 20 jaar wil faciliteren. De gemeente wil ervoor zorgen dat alle inwoners gezond en prettig kunnen wonen en leven.

Onze reactie
We waarderen het dat de gemeente ons de mogelijkheid geeft om te reflecteren op de voorgestelde keuzes. Met genoegen gaan we daarom in op de mogelijkheid om een reactie te geven op de voorgestelde keuzes. De gemeente geeft in de RSU aan dat de fiets een belangrijke rol speelt in het bereikbaar en aantrekkelijk houden van de stad. In het navolgende werken we verschillende thema’s uit, die uitmonden in een aantal boodschappen voor de gemeente. Aan het eind van deze brief vatten we de boodschappen in één paragraaf samen, voor de lezers die te weinig tijd hebben om de achterliggende argumenten te lezen.

Wereldfietsstad nummer 1
Het college heeft in het coalitieakkoord opgeschreven dat ze Utrecht wereldfietsstad nummer 1 maakt, in de RSU herhaalt ze dat. De gemeente profileert zich internationaal onder die noemer. Maar voorop blijven lopen gaat niet vanzelf. Veel van de goede ideeën van Utrecht worden in andere steden verbeterd en op nog grotere schaal toegepast. De corona pandemie heeft laten zien dat de lock down in verschillende Europese grote steden is gebruikt om de fiets veel (soms zelfs héél veel) meer ruimte te geven. De barrières die Utrecht plaatste op de Brailledreef steken daar wat schamel bij af.

De maat van Utrecht zorgt voor fietsbare afstanden
Utrecht heeft een mooi ‘maatje’. De grootste hemelsbrede afstand bedraagt net geen 15 kilometer, van kasteel De Haar in het uiterste westen naar de weilanden achter de faculteit Diergeneeskunde op USP. Een prima fietsbare afstand. Eén van de belangrijke verklaringen voor het hoge fietsgebruik in Nederland is dat we compacte steden hebben met een zodanige omvang dat de alle afstanden fietsbaar zijn. We kennen in Nederland geen miljoenensteden zoals bijvoorbeeld Londen, met een doorsnede van 45 km, waar de fiets niet geschikt is om álle bestemmingen in de stad te bereiken.

De grootste groei van het aantal woningen is gepland aan de westkant van de stad, Leidsche Rijn groeit de komende jaren nog door. De grootste groei van het aantal bedrijven is gepland aan de oostkant, op en nabij USP. Dat zorgt voor een toename van de onbalans in de stad tussen werk- en woonlocaties. Die zijn nu al niet gelijkelijk verdeeld over de stad, maar door de uitbreiding van wonen in west en werken in oost neemt die onbalans toe. Dat leidt ertoe dat een groot deel van de woon-werkverplaatsingen dwars door de stad plaatsvindt, waardoor de binnenstadsas te druk wordt. Om de oost-west pendel te verminderen, moeten wonen en werken dichter bij elkaar worden gebracht. Wij pleiten ervoor dat in oost veel meer woningen worden bijgebouwd en in west veel meer bedrijven worden gepland.

De fiets ving tot nu toe de groei op – en dat moet zo blijven!
Het behouden van deze maat van Utrecht is belangrijk. In de afgelopen jaren is het aantal inwoners van Utrecht ook gegroeid; de stad is er terecht trots op dat de groei van de verplaatsingen die dat met zich meebrengt niet heeft geleid tot meer autoverkeer, maar volledig is opgevangen met de fiets. De grotere stedelijke dynamiek heeft dus niet geleid tot een grotere druk op het wegennetwerk in de stad. En dat moeten we zo zien te houden!

De dreiging van toenemend autoverkeer
Een extra druk op het wegennet kan leiden tot ‘grid locks’: verkeersstromen die tegelijk bij elkaar komen in de stedelijke knooppunten en elkaar daar de doorgang versperren. Dan ontstaat vanzelf de vraag naar meer ruimte voor de auto, meer rijstroken, meer opstelplek. Dan begint een spiraal, een vicieuze cirkel van aanpassingen in een richting die de leefbaarheid van de stad snel zal verslechteren, door toenemende herrie, stank en moeite om op de fiets of te voet de verbrede wegen over te steken. Het welzijn van de inwoners gaat achteruit en we verspelen zo onze aantrekkingskracht.

Bij veel autoverkeer zijn er ook veel verkeerslichten nodig. Door de benodigde opstelruimte voor wachtende auto’s vreten ze ruimte. Bij de Adriaan van Ostadelaan en de Hogeweidebaan is te zien hoeveel ruimte het verwijderen van verkeerslichten kan opleveren. De afwikkeling van met name het fietsverkeer verbetert enorm, net als de veiligheid (1) Er moet echt werk van worden gemaakt om zoveel mogelijk verkeerslichten te verwijderen. Dat draagt bij aan het fietsgebruik én aan de groene stad.

Wij ondersteunen de keus om de toekomstige groei van het aantal verplaatsingen op te vangen door lopen, fietsen en reizen met het openbaar vervoer. De auto is voor individuele verplaatsingen een enorme ruimtevreter, zowel rijdend als stilstaand. De verwachte toename van elektrische auto’s doet daar niets aan af. Door de benodigde laadpalen op de stoepen vragen ze zelfs nog wat meer ruimte.

Enige verlichting valt te verwachten van privé deelauto’s in alle wijken en gelukkig groeit het aantal en het gebruik daarvan in Utrecht. Maar ook deelauto’s zijn geen wondermiddel; lang niet voor iedereen is een deelauto een oplossing.

De fiets: een wondermiddel
De fiets is wel een wondermiddel. De fiets heeft alleen maar voordelen. Fietsers rijden vrijwel geruisloos, stoten geen vieze stoffen uit en verbruiken geen fossiele brandstoffen. E-bikes gebruiken véél minder energie per reizigerskilometer dan elektrische auto’s of scooters. Fietsers zijn minder vaak ziek, zijn fitter, hebben minder vaak een ongezond gewicht, leiden minder aan hart- en vaatziekten en zijn minder vaak depressief. Belangrijkste voordeel voor de RSU: fietsers en fietsen nemen veel minder ruimte in dan auto’s.

In de RSU wordt ingezet op de 10-minutenstad. Vanaf de woning moet het leeuwendeel van de bestemmingen binnen 10 minuten (lopend, fietsend of met het OV) bereikt kunnen worden. Dat vraagt een stevige inzet op betere fietsvoorzieningen en een goed fietsnet! In 10 minuten lopen kun je immers 1 kilometer afleggen. In 10 minuten fietsen 3 kilometer. In 10 minuten OV kun je de halte bereiken (5 minuten lopen), wachten tot de bus komt (2 minuten) en een stukje van de route afleggen. Voor de 10-minutenstad is daarom vooral de fiets van belang. In allerlei afbeeldingen en in de barcode wordt de fiets daarom terecht gepresenteerd als dé vervoerwijze. Zodra het over concrete plannen of financiering gaat (MIRT), wordt de fiets niet meer genoemd en gaat het over OV. Put your money where your mouth is: zorg voor voldoende financiering van de schaalsprong fiets, waar het kan ook via de MIRTplannen.

Wat is er nodig voor de fiets?
De fiets gaat efficiënt om met de ruimte, maar heel veel fietsers samen nemen wel substantieel ruimte in. De stad groeit, het aantal verplaatsingen groeit, volgens RSU met 35%. Volgens het nieuwe mobiliteitsplan zelfs met 75%. Wij denken dat de groei van het fietsverkeer op veel plekken in en rondom het centrumgebied (veel) groter is dan 35%, we verwachten een verdubbeling. Om optimaal te kunnen profiteren van de voordelen van de fiets moeten we er met z’n allen wel voor zorgen dat de fiets voor alle verplaatsingen binnen de stad het meest aantrekkelijke vervoermiddel blijft. En dat is niet vanzelfsprekend: fietsers moet de benodigde ruimte gegund worden. Fietspaden moeten voldoende breed zijn of worden. Er moeten voldoende plezierige alternatieven zijn voor de drukke binnenstadsas, helemaal als de bedrijven toch aan de oostkant en de woningen aan de westkant zouden worden gebouwd.

Ontbrekende verbindingen moeten worden aangelegd, om omrijafstanden te verminderen en bestemmingen letterlijk dichterbij te brengen. Daar zijn meestal bruggen of tunnels voor nodig.

Inwoners moeten naar recreatieve bestemmingen kunnen fietsen. De fietsverbindingen daarheen moeten een recreatief karakter krijgen. Omdat bewoners van omliggende gemeenten vaker naar Utrecht zullen fietsen en inwoners van Utrecht vaker naar bestemmingen in de omgeving, zullen mensen vaker dure (e-) bikes hebben. Het is noodzakelijk dat fietsen overal veilig gestald kunnen worden .

Winkelen en stallen
We willen dat het centrumgebied voor fietsers toegankelijk is. Evenals de andere winkelgebieden in de gemeente. Wie slecht ter been is maar wel kan fietsen moet op de fiets tot aan de winkel kunnen fietsen en dicht in de buurt zijn fiets veilig kunnen stallen. Door de binnenstad lopen veilige fietsroutes voor basisschoolleerlingen. In de ochtend mogen zij daar wel fietsen; die routes moeten ook ’s middags terug naar huis gewoon veilig gebruikt kunnen worden. Wij willen dat fietsers in voetgangersgebieden op elk moment van de dag en alle dagen van de week toegestaan zijn met een ‘wandelstraat, fiets te gast’-regime. Er moeten ook voldoende fietsenstallingen zijn, zowel op straat als inpandig, afgestemd op kort parkeren door bezoekers en klanten. We willen dat de gemeente eindelijk werk maakt van het scheiden van kort- en langparkeren voor fietsers. Voor langparkeren door bewoners en werknemers (winkelpersoneel) in de binnenstad zijn alternatieve locaties nodig.

Radiale routes naar en in de binnenstad
De binnenstad, het singelgebied, is een belangrijke bestemming voor Utrechters. Het gebied herbergt veel verschillende voorzieningen: schouwburg, muziekcentrum, musea, het centraal station en station Vaartsche Rijn, detailhandel, uitgaansgebied. De groei van het aantal inwoners van de gemeente leidt tot een groei van het aantal verplaatsingen naar de binnenstad. Daar moeten de fietsroutes en fietsparkeervoorzieningen op worden afgestemd. Op het Vredenburg klemt dat nu al enorm. We roepen de gemeente op om ervoor te zorgen dat de fietsroutes vanuit alle richtingen naar het centrumgebied voldoende breed zijn. Dat de routes de mogelijkheid bieden om vlot en veilig het centrum te bereiken en er bij aankomst bij de poorten van de binnenstad voldoende en veilige fietsenstallingen zijn (naast de stallingen op straat in het gebied).

We willen goede, op het centrum gerichte (radiale) fietsroutes, maar naast de binnenstad moeten ook andere belangrijke gebieden via dwarsverbindingen (tangentiele routes) uitstekend op de fiets bereikbaar zijn, vanuit de omliggende woonwijken (liever nog: vanuit alle woonwijken). We denken daarbij aan de volgende categorieën locaties:

  • Winkelstraten en winkelcentra buiten de binnenstad.
  • Bedrijventerreinen en grote werkgevers.
  • Treinstations en belangrijke OV-haltes voor bus en tram.
  • Onderwijsinstellingen, zowel middelbare scholen als instellingen voor hoger onderwijs.
  • Bestemmingen buiten de gemeente, zowel recreatief als utilitair.

Fietsbereikbaarheid bedrijventerreinen
We noemen van de bedrijventerreinen met name:

  • Lage Weide: de fietsroute via de Gele brug wordt binnenkort een flink stuk langer omdat de huidige afrit verdwijnt. Hier dient een oplossing voor te worden gerealiseerd! Daarnaast verkleinen extra bruggen over het Amsterdam-Rijnkanaal en over de Vecht de omrijafstanden vanuit Zuilen en Overvecht naar Lage Weide.
  • Papendorp: veel woon-werk verplaatsingen over lange afstand: hier is natransport nodig met deelfietsen vanaf de stations.
  • Voor USP is het extra belangrijk dat er goede fietsverbindingen zijn naar omliggende gemeenten De Bilt, Zeist en Bunnik.
  • Leidsche Rijn Centrum, Oudenrijn, Strijkviertel: de A2 en het Amsterdam-Rijnkanaal vormen stevige barrières met bijbehorende omrijafstanden.
  • Liesbosch, Plettenburg en Klooster in Nieuwegein.
  • Breukelen, via de fietsbrug over A2 bij Maarssenbroek.

Bereikbaarheid op de fiets van OV-knooppunten
Knooppunten van openbaar vervoer vormen belangrijke overstappunten voor multimodale reizen. Veel OV-reizigers gebruiken voor het voortransport de fiets. We willen veilige fietsenstallingen met voldoende capaciteit bij alle treinstations en belangrijke tram- en bushaltes. De stationsstallingen en de stallingen op de knopen van het Wiel moeten bewaakt zijn. Met name over de stations in Leidsche Rijn, Vleuten en Terwijde bereiken ons klachten over fietsdiefstal. De stallingen moeten 24/7 open zijn, overdekte stallingsplekken bieden, fietsen moeten 24 uur gratis kunnen worden gestald, er moet voldoende ruimte zijn voor buitenmodel fietsen (kratjes, driewielers, etc.) en de stalling moet ook voor wie minder goed ter been of minder mobiel is (ouderen, mensen met een handicap) uitstekend toegankelijk zijn.

Deelfietsen op de OV-knooppunten
In de grote stallingen bij de OV-knooppunten moeten voldoende deelfietsen beschikbaar zijn voor het natransport van OV-verplaatsingen: de ‘last mile’. We willen interoperabiliteit in het deelfietsensysteem: via één digitaal platform moeten de fietsen van alle aanbieders kunnen worden gereserveerd en gehuurd. We moedigen de gemeente aan om ook in Utrecht experimenten te doen met varianten van de ‘wisselfiets’, zoals die in Amsterdam-Zuid is gehouden, waarbij forenzen die in de buurt van het station wonen ’s nachts een deelfiets thuis hebben staan en daarmee in de ochtend naar het station rijden, waar de deelfiets beschikbaar is voor gebruik door forenzen voor hun last mile. Daarmee kan extra capaciteit worden toegevoegd zonder extra ruimtegebruik in de stalling.

Fietsbereikbaarheid onderwijsinstellingen
Veel middelbare scholen in Utrecht bedienen ook scholieren vanuit omliggende regiogemeentes. En andersom, scholieren uit Utrecht gaan in Maarssen, Houten, Zeist, De Bilt of Montfoort naar school. Die regiofunctie is nog sterker bij de hoger onderwijsinstellingen zoals de Universiteit en de vele Hogescholen (o.a. HKU, Universiteit voor Humanistiek, Katholieke Theologische Universiteit, Marnix Academie, Nimbas, University College, Hogeschool Domstad) in de stad. De instellingen voor hoger onderwijs bieden tezamen plaats aan ongeveer 65.000 studenten. De helft daarvan woont in de stad, de andere helft komt geregeld van buiten de stad naar Utrecht. Voor beide groepen is het belangrijk dat de onderwijsinstellingen uitstekend op de fiets bereikbaar zijn vanuit de woonwijken, vanuit de omliggende gemeenten en vanaf de treinstations.

Vanzelfsprekend moeten de fietsen dicht bij de ingang van de onderwijsgebouwen veilig gestald kunnen worden. We willen dat bij nieuwbouw en renovatie van onderwijsgebouwen gekeken wordt of het mogelijk is een inpandige stalling te maken. In de inpandige stallingen kunnen ook aanvullende services geboden worden, zoals een luchtpomp en een automaat met regenponcho’s en fietslampjes.

Deze maatregelen zijn eveneens nodig bij kantoren, bedrijven en bedrijventerreinen.

Drie fietsnetwerken
We willen dat de fietsroutes in de stad in 3 verschillende fietsnetwerken worden onderscheiden, in lijn met onze fietsvisie 2040 (2):

  • Een ‘snel en zwaar’ netwerk voor vrachtfietsen, fietskoeriers, e-bikes en andere (zero emissie) snelle en zware fietsers.
  • Een doorfietsnetwerk waarop de grote stromen fietsers zo min mogelijk vertraging oplopen onderweg naar de belangrijkste bestemmingen.
  • Een netwerk binnen en tussen de wijken waarop iedereen van 8 tot 88 veilig zelfstandig kan fietsen.

Een deel van dit fietsnet voor 8 en 88 moet een hoog recreatief karakter hebben en de wijken verbinden met alle recreatiegebieden om de stad, zodat iedereen op een plezierige manier naar alle recreatiegebieden kan fietsen.

We denken graag mee over deze fietsnetwerken en we willen dat ook de inwoners van de wijken goed moet worden betrokken bij het vaststellen van deze netwerken. Het fietsnetwerk dat nu op de kaart staat, is duidelijk onvoldoende. In Vleuten is er zelfs een onverhard pad dat nu als hoofdfietsroute op de kaart staat en ’s winters wordt gepekeld, terwijl een naastgelegen verhard pad die status niet heeft. De fietsnetwerken moeten in samenspraak met de inwoners worden vastgesteld.

In de hele stad wordt 30 km/u de geldende maximumsnelheid, met zo min mogelijk uitzonderingen. Als er geen vrijliggend fietspad is, mag er ook geen uitzondering op deze snelheid zijn voor de bus of hulpdienstroutes. We willen dat de naleving hiervan wordt ondersteund door een systeem waarbij van auto’s automatisch de snelheid wordt verlaagd, met Intelligente Snelheids Adaptatie (ISA).

Spreiden van fietsers
Fietsers die geen bestemming hebben in het centrumgebied, moeten met aantrekkelijke routes worden verleid om buiten het singelgebied om te rijden. Daarvoor is het nodig dat de Singelroute echt aantrekkelijk wordt en de reistijd van routes via de Singelroute niet veel langer is dan de route door het singelgebied heen. Er dient een oplossing te worden gevonden voor de omrijroute bij de Weerdsluis.

Bovendien is bewegwijzering nodig. We pleiten ervoor om het systeem met gekleurde en geletterde routes te gebruiken, zoals dat voor de hoofdroutes in Houten en Nieuwegein al jaren met succes in gebruik is. Hierbij wordt een route gemarkeerd op lichtmasten met een gekleurde band met een lettercode (3).

Rood asfalt
Hoofdfietsroutes dienen per definitie in rood asfalt te worden uitgevoerd. Een motie van de gemeenteraad om dat automatisme los te laten is in juni 2014 verworpen. De voordelen van asfalt voor fietsers zijn evident: het fietst comfortabeler, fietsen op asfalt kost minder moeite, maakt minder herrie (rammelende onderdelen van de fiets trillen niet op asfalt, wel op klinkers), het bevriest minder snel dan klinkers en áls het bevriest, kun je dat goed zien, terwijl klinkers onverwacht verraderlijk glad kunnen zijn zonder dat je dat kunt zien.

Op steeds meer plekken in de stad wordt getornd aan het uitgangspunt van rood asfalt. Dat geldt voor de Alexander Numankade – F.C. Dondersstraat, die een onderdeel vormt van een alternatief voor de binnenstadsas. Dat geldt voor de Orinocodreef, onderdeel van de fietsroute naar bedrijventerrein Overvecht. Dat geldt voor de Westerkade, die onderdeel is van de regionale snelfietsroute IJsselstein – Nieuwegein – Utrecht. We zijn blij dat de gemeente voor de Weerdsingel Oostzijde wel rood asfalt wil, maar bewoners verzetten zich daar tegen.

Alle regionale snelfietsroutes starten en eindigen aan de Utrechtse Singels en alle snelfietsroutes worden in rood asfalt uitgevoerd. Hoe kan de gemeente al zo lang halsstarrig weigeren om rood asfalt toe te passen op de Westerkade? Op alle hoofdfietsroutes, waaronder ook de Alexander Numankade en de Orinocodreef, willen we rood asfalt! Mede daarom is het belangrijk om de fietsnetwerken binnenkort in samenspraak met de inwoners vast te stellen.

Verminderen barrièrewerking door nieuwe bruggen en tunnels
In de zomer van 2020 heeft de gemeente de resultaten openbaar gemaakt van een onderzoek naar nieuwe fietsverbindingen in de stad. Die verbindingen zijn juist in Utrecht van groot belang, omdat de stad doorsneden wordt door verschillende spoorlijnen, kanalen en snelwegen die barrières vormen voor het doorgaande fietsverkeer. De beperkte mogelijkheden om deze barrières te kruisen zorgen voor lange omrijafstanden voor fietsers. De aanleg van extra bruggen en tunnels zorgt voor een kleinere maaswijdte en daarmee voor meer rechtstreekse fietsroutes.

We willen dat vaart gemaakt wordt met de uitwerking van de top-9 van de nieuwe fietsverbindingen:

  • Oude Leidscheweg bij Den Hommel.
  • Vechtbrug – Zwanenvechtlaan.
  • Demka Spoorbrug.
  • Mytylbrug.
  • Nieuwe verbinding in omgeving Weerdsluis.
  • Brailledreef vlak langs het spoor.
  • Waterlinieweg.
  • Grifthoekbrug.
  • Spoortunnel Boorstraat.

Samenwerken met Ministerie IenW en ProRail voor tunnel Nic Beetsstraat en Anton Geesinkbrug
Ook verschillende andere nieuwe fietsverbindingen zijn voor de fietsers van groot belang. Tussen de Sijpesteijntunnel en de Bleekstraat is de maaswijdte van het fietsnetwerk veel te groot; er wordt gestudeerd op een tunnel onder het spoor bij de Nic Beetsstraat. Deze vraagt een grote investering en een lange voorbereidingstijd; we willen daarom dat zo spoedig mogelijk met de uitwerking ervan wordt begonnen. Dat geldt ook voor de Anton Geesinkbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal, nodig om een veel kortere fietsverbinding te maken tussen bedrijventerrein Lage Weide en Zuilen (en Vechtbrug naar Overvecht). Voor deze bruggen zullen ook gesprekken en onderhandelingen gevoerd moeten worden met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en met ProRail. We willen dat daarmee voortgang gemaakt wordt, omdat de capaciteit van het fietsnetwerk anders te sterk gaat achterlopen bij de verwachte groei van de stad.

We noemen nog enkele bruggen waarvan de uitwerking naar ons idee met prioriteit dient te worden opgepakt:

  • Hierboven reeds genoemd, de Vechtbrug bij de Zwanenvechtlaan, en een tweede in het verlengde van de Adriaan van Bergenstraat.
  • Fietsbrug over de Catharijnesingel tussen Paaardenveld en Amsterdamsestraatweg.
  • Brug over de Liesveldsewetering ter hoogte van het Máximapark.
  • Veldhuizerweg over A12.
  • Verbinding die de A2 kruist ten zuiden van knooppunt Oudenrijn.

In de Visiekaart van de RSU lijken de nieuwe fietsverbindingen niet ingetekend te zijn. Als de fiets het belangrijkste vervoermiddel is in de verbonden stad, mag hij niet ontbreken op deze verbindingenkaart. Tevens wijzen we er op dat bruggen en tunnels goed aangesloten moeten zijn op de kruisende fietsverbindingen. Wie nu van de Kanaalweg via de Balijebrug naar de Rijnlaan moet fietsen, wordt bijvoorbeeld getrakteerd op een flink stuk Kon. Wilhelminalaan (bij de Boulderhal en het Fietspunt) met een zeer oncomfortabel wegdek. Dit is laaghangend fruit dat gauw geplukt moet worden. Kunnen de nieuwe fietsverbindingen aan de kaart worden toegevoegd?

Nieuwe (zoeklocaties voor) fietsverbindingen
We zijn aangenaam verrast door de (zoeklocaties voor) nieuwe verbindingen voor voetgangers en fietsers om barrières te slechten, zoals die in de Visiekaart van de RSU voor Utrecht 2040 zijn opgenomen. Het betreft 4 verbindingen over het Amsterdam-Rijnkanaal en 2 verbindingen over de sporen ten zuiden van Utrecht Centraal. We vragen ons af: hoe kan het dat deze verbindingen niet zijn onderzocht in de grondige studie uit 2020 naar nieuwe fietsverbindingen? Worden ze tevens toegevoegd aan het nieuwe mobiliteitsplan?

Omdat deze fietsverbindingen in de zomer van 2020 niet zijn onderzocht en nu wel op de kaart staan ingetekend, vragen we ons af wat de status is van de volgende zoeklocaties:

  • Een fietsverbinding tussen de Keulsekade (Schepenbuurt) en de Elektronweg (Lage Weide) over of onder het Amsterdam-Rijnkanaal zou een grote verbetering betekenen voor de bereikbaarheid op de fiets van Lage Weide, van harte aanbevolen!
  • De Meernbrug: ten noorden van de De Meernbrug ligt een fietsbrug, in de kaart staat een zoeklocatie aangegeven over het Amsterdam-Rijnkanaal ten zuiden van de De Meernbrug.
  • In de studie naar nieuwe fietsverbindingen is de Demkabrug genoemd. De bestaande fietsverbinding over het Amsterdam-Rijnkanaal ligt aan de noordoostzijde van de spoorbrug. In de Visiekaart lijkt een nieuwe fietsbrug te zijn ingetekend ten zuidwesten van de spoorbrug. Is deze zoeklocatie de nadere uitwerking van de studie nieuwe fietsverbindingen?
  • Zoeklocatie tussen de Griffioenlaan (kantoor Rijkswaterstaat) en het Papendorpsepad (ter hoogte van de tramremise in Nieuwegein). In dit gebied is ook een verbinding van het OV-wiel ingetekend en een zoeklocatie voor een nieuwe hoofdweg. Is het vanuit kostenoverwegingen wellicht slim om de verbindingen voor deze 3 modaliteiten te combineren in één brug? Of zou dat betekenen dat het alleen maar langer duurt voordat de fietsbrug gerealiseerd kan worden?
  • Er zijn twee zoeklocaties ingetekend voor een fietsverbinding over de sporen ten zuiden van Utrecht Centraal tussen de Dichterswijk en Catharijnesingel; één ter hoogte van de Nic Beetsstraat en één ten noorden daarvan. De verbinding bij de Nic Beetsstraat is hierboven al benoemd. We zijn nieuwsgierig naar de andere verbinding: die lijkt te liggen tussen de Moreelsebrug en de busbaan onder de Rabobank. Op de plek van de zoeklocatie staat het kantoor van de Rabobank. Wat wordt hier bedoeld? Krijgt de Moreelsebrug alsnog fietsbare op- en afritten? Of is een andere oplossing gedacht?
  • Een zeer welkome fietsverbinding tussen de Cartesiusdriehoek en Nieuw Engeland, waar het spoor Utrecht – Woerden een stevige barrière vormt, wordt genoemd in de tekst van de RSU. Die staat niet op de kaart ingetekend en wordt ook niet vermeld in het mobiliteitsplan.

In de kaart ontbreekt wat ons betreft een zoeklocatie voor een hoogwaardige fietsverbinding tussen USP en Zeist-West. Is het mogelijk om die toe te voegen?

Aantrekkelijke fietsroutes naar recreatieve bestemmingen
In de plannen voor de groene stad worden er recreatieve verbindingen naar de recreatieve gebieden om de stad heen gepland. Deze verbindingen moeten zó worden aangevuld, dat vanuit elke woonwijk elk recreatief gebied met een recreatieve route bereikbaar is. Die recreatieve routes moeten onderdeel uitmaken van het 8 en 80 netwerk. Van het Máximapark naar de Singel én naar Overvecht en het Noorderpark, via de nieuw aan te leggen verbinding door Werkspoor, de tunnel bij het Julianapark, de Sweder van Zuilenweg en Adriaan van Bergenstraat, via de nieuwe brug over de Vecht, door Overvecht naar de fietsbrug de Gagel. De herinrichting van de Marnixlaan maakt het helaas nog geen recreatieve route.

Vanaf de fietstunnel onder het Europaplein kan een recreatieve fietsverbinding met het Amsterdam-Rijnkanaal worden gemaakt. Van Lunetten naar de Limes, van Veldhuizen naar het Noorderpark, van Zuilen naar het veenweide- en het rivierengebied: de stad moet serieus dooraderd worden met recreatieve routes. Ook op dit punt moeten de fietsroutes beter uitgewerkt worden dan nu is gedaan. Dat moet gelijk met de uitwerking van de drie fietsnetwerken gebeuren.

De programma’s per gebied
Zonder uitputtend te kunnen zijn, hebben we de volgende opmerkingen bij de opgaven en ingrepen:

  • Binnenstad punt 10: het Kruisvaartkwartier moet ook langs het spoor met de fietsroutes aan de Vondellaan worden verbonden.
  • Noordwest punt 2: tevens goede fietsverbinding vanaf het station naar de centrumboulevard. Punt 13: verbinding van Gele brug met J.C. Verthorenkade en Lage Weide verbeteren. Punt 11 en 15: hierbij een fietsverbinding maken tussen Keulse kade en Julianaparklaan.
  • Overvecht ontbrekend punt: een fietsnet in de wijk ontwikkelen dat aan alle 5 hoofdeisen voldoet. Dus zowel verkeersveilig als aantrekkelijk en sociaal veilig, direct, samenhangend en comfortabel. Inclusief voldoende verbindingen over de barrières van Vecht, spoor en NRU heen.
  • Oost punt 8: de ongelijkvloerse kruisingen voor fietsers dienen hierbij behouden te blijven om de fietsroutes voldoende vlot te laten blijven. Punt 15: dit is voor alle gebieden in de stad van belang.
  • A12 zone punt 4: verbeteren bereikbaarheid per fiets en vrachtfiets. Verminderen barrièrewerking Europalaan. Punt 9 en 13: rondje stadseiland goed bereikbaar maken vanuit naastgelegen wijken, zoals een fietsverbinding tussen winkelcentrum Nova en de Rooseveltlaan. Dus verbindingen over, NAAR en langs het Amsterdam-Rijnkanaal en Merwedekanaal.
  • Polders Rijnenburg en Reijerscop punt 3: Herstel van de Ringkade. Aanleg van een fietsverbinding over de Meerndijk heen, ter hoogte van de Ringkade. Vergroten van de fietsveiligheid op de Nedereindseweg. Het wekt verbazing dat er 0 meter groenblauwe verbinding wordt toegevoegd volgens de tabel op pag 150.
  • Leidsche Rijn en Vleuten De Meern punt 1: direct hoofdfietsroutes aanleggen, bijvoorbeeld van de fietsbrug bij Maarssenbroek naar de Rijnkennemerlaan. Punt 6: sluipverkeer door Vleuten (Schoolstraat, Past Ohllaan en Dorpsstraat), de Meern (Castellumlaan en Zandweg) en Haarzuilens (Brink) beperken.

Fietsstimulering
Goede infrastructuur alleen is niet genoeg om Utrecht wereldfietsstad te maken. Er zijn maatregelen nodig om het fietsen blijvend positief voor het voetlicht te brengen. We denken een campagne om de grote voordelen van de fiets bij inwoners en bezoekers onder de aandacht te brengen. Zonder massaal gebruik van de fiets zou de stad al snel volkomen onbereikbaar worden voor noodzakelijk vracht- en autoverkeer! Fietslessen, beschikbaar stellen van fietsen aan mensen met weinig geld, fietspromotie bij bedrijven, het is allemaal echt hard nodig.

Maatregelen zijn ook nodig om ervoor te zorgen dat stedelijke fietsdrukte niet omslaat in publieke weerstand tegen de fiets. We willen dat fietsers periodiek worden bedankt en beloond, voor het feit dat ze door weer en wind de stad doorkruisen. Stimuleringsprogramma’s vanuit onder meer Goed Op Weg richten zich nu nog te vaak op het belonen van automobilisten die overstappen op de fiets of e-bike. We willen dat ook inwoners die al hun hele leven lang fietsen kunnen profiteren van financieel aantrekkelijke regelingen. En dat ze kunnen fietsen in een aantrekkelijke, schone, groene en gezonde omgeving.

Financiën
We willen boter bij de vis! Volgens de RSU moet de fiets de groei van de mobiliteit opvangen, het gebruik van de andere modaliteiten moet niet toenemen. Dat betekent dat investeringen ook voornamelijk of alleen in fietsvoorzieningen moeten worden gedaan. Voor de realisatie van de RSU is 3,5 miljard euro uitgetrokken. Daarvan kunnen alle benodigde fietstunnels en bruggen wel worden aangelegd. Maar in de RSU is een te klein deel van het budget gereserveerd voor de fiets. Dat klopt niet! We willen dat een voldoende groot deel van het budget wordt gereserveerd voor de ontbrekende fietsverbindingen, zoals bruggen en tunnels; voor een echte schaalsprong fiets!

Onze hoofdboodschappen
Dit zijn samengevat onze hoofdboodschappen voor de RSU:

  • Behoud de maat van Utrecht: bouwplannen moeten gerealiseerd worden binnen de huidige ‘rode’ contouren en niet in nieuwe uitleggebieden. Dan blijft alles per fiets bereikbaar.
  • Wonen en werken moeten beter met elkaar in balans worden gebracht: we willen meer bedrijven in west en meer wonen in oost om de binnenstadsas niet nodeloos druk te maken.
  • Groei van het gemotoriseerde verkeer moet worden voorkómen, om de leefbaarheid, bereikbaarheid en aantrekkelijkheid van de stad te behouden en te vergroten;
    Verkeerslichten moeten zoveel mogelijk worden verwijderd,
  • De fiets moet voor alle verplaatsingen binnen de gemeente het meest aantrekkelijke vervoermiddel zijn en blijven, zodat ook de toekomstige groei van de verplaatsingen opgevangen kan worden door de fiets.
  • Het fietsgebruik groeit, de fiets moet de ruimte krijgen om te groeien, zowel rijdend als stilstaand. Dat vraagt om voldoende breedte van fietsroutes, met name naar alle economische kerngebieden zoals het centrumwinkelgebied, alle bedrijventerreinen, de stedelijke OV-knooppunten en de onderwijsinstellingen.
  • De toename van duurdere fietsen en e-bikes vraagt om overal voldoende veilige stallingen. Op stations en de knooppunten van het Wiel moeten er bewaakte stallingen zijn, die de 1e 24 uur gratis zijn.
  • We willen drie herkenbare fietsnetwerken, overal in rood asfalt, die uitnodigen tot het juiste gebruik voor ‘zware en snelle’ fietsen, doorfietsnetwerk met voldoende capaciteit en veilig 8 tot 88 netwerk.
  • Binnen de bebouwde kom overal maximaal 30 km/u, ondersteund door Intelligente Snelheids Adaptatie (ISA). Als er geen vrijliggende fietspaden zijn geldt dit ook voor bus- en hulpdienstroutes.
  • Spoorlijnen, snelwegen en kanalen doorkruisen de gemeente en vormen barrières voor het fietsverkeer; bruggen en tunnels vormen al snel bottlenecks in het fietsnetwerk. We willen een voldoende kleine maaswijdte, zodat omrijafstanden beperkt blijven.
  • Fietsen is aantrekkelijker in een schone, groene omgeving, voeg groene gebieden toe in de stad en maak er fijne fietsroutes langs of doorheen.
    Verbind alle wijken met alle buitengebieden met veilige fietsroutes met een recreatief karakter. Van Zuilen naar het rivierengebied, van de Limes naar Lunetten etc.
  • De fiets is het goedkoopste vervoermiddel voor zowel de overheid als de gebruikers. De fiets vangt tot nu toe het leeuwendeel van de mobiliteitsgroei op en heeft de potentie om dat ook te doen tot 2040. Daarom moet er voldoende geld worden uitgetrokken om alle fietsambities te realiseren.
  • Fietsstimulering vormt het sluitstuk van een optimaal ruimtegebruik in de stad

Ten slotte
We hebben met plezier gewerkt aan deze reactie op de Ruimtelijke Strategie Utrecht. De RSU staat vol met mooie woorden en beloften voor de fiets. Wij roepen de gemeente op: maak het waar. Blijf stevig inzetten op de ambitie om wereldfietsstad te worden. Faciliteer de mobiliteitstransitie door de systeemsprong fiets. Zorg voor voldoende budget voor de ambitieuze fietsmaatregelen. Geef fietsers de ruimte!

We zijn graag bereid om de reactie aan u toe te lichten, als daaraan behoefte bestaat. We zien uit naar uw reactie op onze suggesties.

Met vriendelijke groet,
Fietsersbond, Afdeling Utrecht

Peter van Bekkum
Voorzitter

Categorieën