10. Parkeren op straat.

Het gemeentebeleid om fietsen te weren uit het straatbeeld in de binnenstad wordt niet door iedereen gewaardeerd. Je fiets op straat parkeren moet gewoon kunnen als je enkel even voor een snelle boodschap een winkel binnen wilt wippen. Tegelijkertijd ergeren anderen zich aan de overal lukraak neergekwakte fietsen. In de omliggende wijken ten slotte is er op sommige plekken veel te weinig mogelijkheid om je fiets veilig op straat te kunnen stallen. De creatieve oplossingen die vervolgens worden gekozen vallen niet bij iedereen in de smaak.

9. Scooters, brommers etc.

Geen plaats in de top drie maar een onopvallende plek in de achterhoede van de top 10 voor deze categorie verkeersdeelnemers. Aan de andere kant, als je even kijkt naar bijgaande grafiek van het gebruik van vervoermiddelen binnen Utrecht en beseft dat scooters en brommers in de categorie overig vallen dan stijgen ze misschien wel met stip naar nummer ÉÉN.

8. Auto’s.

Over deze categorie waren velen een stuk uitgesprokener. Vooral het ruimtebeslag – zowel rijdend als stilstaand – is velen een doorn in het oog. Ook wel logisch als je bedenkt dat je op één parkeerplaats in een hoog-/laagfietsenrek circa tien fietsen kwijt kunt.

7. Omleidingen.

Daar hebben we er heel veel van in Utrecht. Op zich kunnen fietsers wel begrip opbrengen voor werkzaamheden maar de wijze waarop de omleiding wordt aangekondigd en vormgegeven is voor verbetering vatbaar. In de opmerkingen kwamen een hoop situaties terug die de Fietsersbond de afgelopen tijd bij de gemeente heeft aangekaart. Het leerproces verloopt echter niet altijd even soepel. Grootste steen des aanstoots is dat het over het algemeen voor automobilisten prima geregeld wordt terwijl fietsers halsbrekende capriolen moeten uithalen op een levensgevaarlijk wegdek. Dat kan natuurlijk niet als je een serieuze kans wil maken in de verkiezing tot fietsstad van het jaar.

6. Onderhoud fietspaden.

Alle bekende punten kwamen voorbij in de opmerkingen. En het is inderdaad een hele goede vraag waarom in de 21^ste eeuw in een Middeleeuwse stad het wegdek op veel plaatsen ook van Middeleeuwse kwaliteit moet zijn. Als het regent veranderen sommige straten door de plassen in een circuit waar de gemiddelde Duinrell-attractie letterlijk bij in het water valt. Niet echt fijn als je in nette kleding op weg bent naar een belangrijke afspraak.

5. Te veel fietsers.

We zijn met te veel! En we worden daar gek van. Wordt natuurlijk mede veroorzaakt door de nummers 8 en 9. Een groot deel van de ruimte in de stad is opgeofferd aan steeds verder uitdijend rijdend blik (zowel auto’s als scooters worden steeds breder) en fietsers en voetgangers moeten zich daar maar een weg omheen zien te worstelen.

4. Te veel verkeer.

Dit is eigenlijk een medley van de nummers 9, 8 en 5.

3. Stoplichten, oftewel officieel verkeerslichten.

Springen altijd op rood net als jij aan komt fietsen. Vooral als het regent. Je moet er uren op wachten. Ze dienen op veel punten geen enkel doel en zorgen daarmee juist voor onveilige situaties. De afstelling klopt niet. Er moeten er veel meer worden uitgezet. Op bepaalde punten moeten ze juist weer terugkomen. Velen uiten hun ergernis. Een aantal specifieke plekken die vaak werden genoemd gaan we samen met de gemeente nog eens bekijken.

2. Gedrag andere fietsers.

Van alle verkeersdeelnemers blijken onze medefietsers de grootste bron van ergernis te zijn. Natuurlijk komt dat omdat we met heel veel fietsers in de stad een ruimte moeten delen die totaal niet berekend is op zulke grote aantallen, zie de nummers 9, 8, 5 en 4. Op fietspaden die er ernstig verwaarloosd bijliggen, zie nummer 6. Haal je even de ‘fietspaden’ door de Nobelstraat voor de geest en vul die in gedachten met de aantallen fietsers die in een normale ochtendspits van deze verbindingen gebruik moeten maken. Eigenlijk is het een klein wonder dat het zo vaak nog zo goed gaat.

Een aantal respondenten wenst dat de gemeente veel strenger gaat handhaven op spookrijden, bellen/appen op de fiets, zonder licht fietsen, door rood licht fietsen, op de stoep fietsen. Deze mensen hebben zeker een punt. Laatst kwam er op de Biltstraat nog een spookrijder op me afgestormd. Maar wel met een mondkapje op. Op zo’n moment vraag je je toch af of de corona op iemand zijn hersens geslagen is.

Nummer 2 in onze top 10 hoeft echter geen blijvertje te zijn. Daarvoor is de gemeente dan weer aan zet. Kijk maar naar onze nummer ÉÉN!

1. Fietspaden.

Tsja, uiteindelijk heeft de gemeente het natuurlijk toch gedaan. Fietspaden zijn te smal. Men voelt zich onveilig in de fietsstraten met die auto’s achter zich. Men wil een eenrichtingsfietspad waar een tweerichtingsfietspad ligt en vice versa. Dat de fietspaden als nummer 1 zouden eindigen is niet echt een grote verrassing.

Ondanks de jarenlange inzet van de gemeente om de capaciteit voor de fiets uit te breiden, biedt de fietsinfra nog altijd te weinig capaciteit om de vraag aan te kunnen. De modellen voor het gebruik van infrastructuur in de stad zijn gisteren al achterhaald door de groei van morgen. En de vraag naar goede fietsinfrastructuur wordt het komende decennium alleen maar groter door de groei van de stad. De afgelopen jaren heeft de gemeente gelukkig de keuze gemaakt om de fietser en voetganger meer ruimte te bieden maar daarbij heeft ze toch nog te vaak het niet aangedurfd om radicale keuzes te maken.

Een voorbeeld? Klik even op deze link en bewonder het prachtige nieuwe fietspad dat op de Catharijnesingel is opgeleverd. Dit fietspad is 2,65 m breed, volgens de CROW-normen is dat geschikt tot 375 fietsers en snorfietsen per uur. Maar zo druk was het er al in 2010. Of gaan de snorfietsen hier naar de rijbaan? Hoeveel gevaar en hinder gaat de laad-losplek opleveren? De gemeente wil dat we deze singel gaan gebruiken en om het centrum heen gaan fietsen. In plaats van via de binnenstadsas of de Vismarkt. Maar dit gloednieuwe fietspad is nu al te smal voor nog meer fietsers.

Wij worden hier als Fietsersbond heel erg ongelukkig van. Gemeente, dit kan toch gewoon niet!

De gemeente moet het aandurven om nog meer ruimte te maken voor de fiets. Grijp de kans die corona biedt om het fietsen nu breed te faciliteren. De fiets is veel ruimte-efficiënter dan veel andere vervoerwijzen, zowel rijdend als stilstaand is voor fietsen veel minder ruimte nodig. Verban de snorfiets en brommer nu overal naar de rijbaan, zet verkeerslichten uit of geef vaker groen voor fietsers. Verbreed de fietspaden waar mogelijk. Vervang autoparkeerplaatsen door fietsparkeerplaatsen. Slecht de barrières van spoorlijnen, snelwegen en kanalen.

Als we meer gaan fietsen en lopen kunnen we met zijn allen genieten van een schonere, stillere, veiligere stad waar het veel aangenamer verblijven is op straat. Daar worden we allemaal gelukkiger van. En dan eindigt Utrecht bij de Fietsstadverkiezing 2021 misschien wél in de top 10.

Redacteur: Linda Wulfert